"Maken" of "Doen": Twee belangrijke werkwoorden die je moet kennen!

Gert-Jan Odijk
May 13, 2024By Gert-Jan Odijk

Heb jij je ook wel eens afgevraagd wanneer je "maken" en wanneer je "doen" moet gebruiken? Deze twee werkwoorden lijken soms op elkaar, maar er zijn wel degelijk verschillen. Laten we eens kijken!

Maken: iets nieuws in de wereld brengen
Denk aan "maken" als iets nieuws creëren of bouwen. Het kan van alles zijn:

- Tastbare dingen: "Ik maak een taart." "De kunstenaar maakt een beeld."
- Ideeën of plannen: "We maken een plan voor de vakantie."
- Abstracte dingen: "De film maakte indruk op mij."

Je kunt "maken" zien als een soort toverspreuk die iets nieuws in de wereld brengt!

Kunstenaar die werkt aan een beeld

Doen: Actie!

"Doen" is een werkwoord dat we voor allerlei activiteiten gebruiken. Het gaat om dingen die je doet, taken die je uitvoert, of zelfs hoe je je voelt:

- Dagelijkse dingen: "Ik doe de was." "Wat doe jij in je vrije tijd?"
- Je best doen: "Hij doet zijn best om Nederlands te leren."
- Gevoelens: "Ze deed alsof ze het niet erg vond."

Een vrouw zittend op een stoel, met haar ogen neergeslagen, die een omgeving met mannen negeert

Dus, wat is het verschil?

KenmerkMakenDoen
Creativiteit🖌️ Vaak creatief: iets nieuws bedenken of ontwerpen🏃 Kan creatief zijn, maar hoeft niet
Nieuwigheid✨ Altijd iets nieuws maken🔄 Kan gaan over bestaande dingen of nieuwe dingen
Doelgerichtheid🎯 Vaak met een doel: iets afmaken of bereiken🤷 Kan met of zonder doel zijn

Wanneer kun je beide gebruiken?

Soms kun je zowel "maken" als "doen" gebruiken, maar de betekenis verandert een beetje:

- Maken: Legt de nadruk op het resultaat. Bijvoorbeeld: "Ik maak mijn huiswerk" (en dan is het klaar).
- Doen: Legt de nadruk op de activiteit zelf. Bijvoorbeeld: "Ik doe mijn huiswerk" (je bent ermee bezig).

Een vrouw die aan een tafel zit en huiswerk doet